Dennis Woolard vertelt via een videoverbinding vol passie over zijn boekenverzameling. Woolard woont in Knysna, Zuid-Afrika. Zijn werkkamer staat vol met boeken, voornamelijk over bloedige episodes uit de geschiedenis van Europa en Zuid-Afrika. ‘Het zijn niet de meest optimistische boeken, dat geef ik toe, maar het verklaart waarom bepaalde gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Oorlogen blijven zich herhalen. Daar leren we niets van.’
De Boerenoorlogen
Woolard groeide op in Port Elizabeth. Hij las niet veel tijdens zijn jeugdjaren. Zijn ouders hadden geen uitgebreide opleiding genoten. ‘Toch wist mijn moeder veel. Als er een quiz op de radio was had ze vaak de juiste antwoorden. Ze beschikte over een brede kennis.’
De liefde voor lezen begon op school. ‘Op school kwam twee keer per jaar een inspecteur langs aan wie je een lijst met gelezen boeken moest voorleggen. Ik keek welke films er waren gebaseerd op boeken en zette die boeken op de lijst. Op een dag hadden we een tussenuur. Het regende, ik verveelde me en ging naar de schoolbibliotheek. Daar vond ik een boek van Deneys Reitz. Hij had als zestienjarige jongen gevochten in de Tweede Boerenoorlog (1899-1902).’ In de Tweede Boerenoorlog vochten de Britten tegen Nederlandstalige Boeren van de twee onafhankelijke republieken, Transvaal en Oranje Vrijstaat. ‘Reitz vocht aan de zijde van de Boeren aan het front in Natal. De ervaringen van zijn tijd aan het front schreef hij op in Commando: A Boer Journal of the Boer War. Toen ik dat boek las was ik ook 16. Hier was een jongen, van mijn leeftijd, die oorlog ging voeren. Dat deed bij mij het besef groeien dat ik opgroeide in een tijd zonder oorlog. Ook ging ik nadenken over de moed van soldaten zoals Reitz. Oorlog in die tijd was heel anders dan moderne oorlogsvoering. De vraag waarom mensen zich vrijwillig in deze situaties bewogen begon mij te fascineren. Dit was het begin van mijn interesse voor geschiedenis en lezen.’
Woolard herinnert zich nog de rector van zijn school. ‘Als we langs zijn kamer kwamen hoorde je hem bezig op zijn typmachine. Je zag hem bijna nooit. Iedereen was bang voor hem. Hij een bril op met hele dikke glazen. Ik herinner zijn kleine oogjes. Hij schreef schoolboeken en een geschiedenis van Port Elizabeth.’
Woolard toont zijn kast met planken over de twee Wereldoorlogen, de Boerenoorlogen en algemene geschiedenis van Zuid-Afrika. Hoewel hij een voorkeur heeft voor non-fictie heeft hij ook historische romans van Ken Follett, Edward Rutherfurd en James Michener. Rutherfurd schreef het boek Sarum, een verhaal dat verschillende decennia omspant en zich afspeelt in Engeland in de streek rond Salisbury.
Hij wijst naar een boek over een minder bekende (Boeren-) oorlog. ‘Weinig mensen weten dat er een Eerste Boerenoorlog was. De slag bij Majuba in 1881, een van de meest vernederende nederlagen uit de geschiedenis van de Britse krijgsgeschiedenis. De Britse generaal Colley werd daar gedood door de Boeren. Ik beklom Majuba met mijn oudste zoon enkele jaren geleden.’
Woolard vertelt allerlei anekdotes over veldslagen die plaatsvonden in Zuid-Afrika. De meeste van die plekken bezocht hij. Zo ook Spionkop, de plek waar in 1900 een slag tussen de Britten en de Boeren plaatsvond. ‘De Britten verloren de slag en bijna 400 troepen. Teruggekeerde Britse soldaten eerden hun gevallen kameraden door tribunes van voetbalclubs De Kop te noemen. De bekendste daarvan is op Anfield Road, het stadium van Liverpool.’
Aan de kant van de Boeren vochten veel buitenlandse vrijwilligers. Woolard laat een boek zien over Nederlandse vrijwilligers. ‘Een van hen was Cornelis van Gogh, de jongste broer van Vincent. Aanvankelijk kwam hij naar Transvaal om te werken aan de spoorwegen. Later ging hij meevechten met de Boeren. Hij raakte in 1900 gewond in de strijd, lag in het ziekenhuis in Brandfort, kreeg een delirium en schoot zichzelf dood.’ In zijn collectie zit een paar collecters items, zoals een oud fotoboek van de Boerenoorlogen. Volgens Woolard zitten er nog gaten in de geschiedschrijving van de Boerenoorlogen. ‘Het lot van de zwarte en gemengde bevolking is vrij onbekend. Velen zijn omgekomen door armoede en ziektes.’
Een boek dat hem onlangs bezig hield was een reisverslag van de Zweedse botanicus Carl Peter Thunberg. ‘Hij verzamelde hier planten in de tweede helft van de 18e eeuw. Hij beschreef de mensen die hij tegen kwam op zijn reis. Sommige van hen zijn voorouders van mijn vrouw Martha.’
De Groote Oorlog
Woolard heeft veel gelezen over de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Een aantal jaren geleden bezocht hij België en Frankrijk. ‘We gingen naar de Menenpoort in Ieper. Mijn moeder had een neef die is gesneuveld in de Eerste Wereldoorlog. Hij sneuvelde in 1917 op 18-jarige leeftijd bij Passendale. Hij was nog maar een schooljongen. Er is niets van hem terug gevonden. Alle namen die gegrafeerd staan in de Menenpoort zijn van vermisten waarvan niets is terug gevonden. Hij staat daar ook op. Elke avond om acht uur wordt onder de boog van de poort The Last Post gespeeld. Vervolgens bezochten we Frankrijk. In Delville Wood bij de Somme hebben veel Zuid-Afrikanen gevochten en in 1916 zijn er honderden gesneuveld. Een groot monument ter nagedachtenis van alle Zuid-Afrikaanse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog staat daar nu.’ In de Tweede Wereldoorlog kwam een oom van zijn vrouw om het leven in Castiglione dei Pepoli in Italië. Ook die plek bezochten ze.
Woolard gaat in op Somme van Hugh Sebag-Montefiore dat hij onlangs las. ‘Een zeer aangrijpend boek, omdat hij militaire documenten combineert met brieven van soldaten. De beschrijvingen van de verwondingen aan het front. Het is allemaal gruwelijk.’ Woolard is kritisch over de Britse generaals. ‘Dezelfde generaals die drie jaar deden om een kleine groep Boeren in de Transvaal en Oranje Vrijstaat eronder te krijgen leidden hun manschappen jaren later naar het debacle bij de Somme. Ze waren net zo incompetent daar, als hier in Zuid-Afrika. Het is schrikbarend. Een van de generaals was Henry Rawlinson. Hij kwam nooit naar het front. Hij zat ver achter de linies instructies te geven. Schokkend. Miljoenen gingen dood.’
Familiegeschiedenis
De laatste jaren heeft Woolard een specifieke interesse voor zijn familiegeschiedenis en die van zijn vrouw. Dat komt door zijn vader. ‘In Zuid-Afrika kunnen de onweersbuien heel heftig zijn. Vaak werden we wakker en gingen we met z’n allen in de woonkamer zitten. Vader vertelde dan verhalen over zijn jeugd en familie om ons bezig te houden. Iedereen met de achternaam Woolard in Zuid-Afrika is gerelateerd aan elkaar. Ze zijn allemaal afstammelingen van een persoon die in 1860 van Engeland naar Zuid-Afrika kwam. Sindsdien heb ik ontdekt dat ik een Duitse voorvader heb die in een Brits-Duits legioen vocht in de Krimoorlog (1853-1856). Sommige Duitsers gingen na de Krimoorlog naar de Kaap om zich te vestigen aan de grens. En ik heb ook nog voorvaderen uit Italië en Griekenland.’ De familiegeschiedenis van zijn vrouw Martha valt terug te voeren naar 1674 in Zuid-Afrika. Zijn plan is om beide familiebomen te onderzoeken en op te tekenen in een boek voor toekomstige generaties.