Jan-Jaap Schipper uit het Overijsselse Dalfsen verzamelt op grote schaal boeken. Om te lezen én te verkopen. Zijn wens op de lange termijn is een eigen boekwinkeltje. ‘Dat lijkt me ultiem. De hele dag omringd door boeken. Veel lezen, praten over boeken en af en toe een boek verkopen.’
In zijn jeugd leest Schipper niet bijzonder veel. ‘Ik ben wel opgegroeid met boeken. Mijn vader las veel. Ik las Snelle Jelle en De Kameleon. Op de middelbare school las ik weinig. Het voelde als een verplichting met zo’n leeslijst.’
Na de middelbare school gaat Schipper journalistiek studeren in Zwolle. ‘Ik las de sportboeken van Mart Smeets en zag hem op de televisie verslag doen van wielerrondes. Glaasje rode wijn en verhalen ophalen over de Tour de France. Dat romantische, dat leek me wel wat.’ Journalistiek bleek niet bij Schipper te passen. ‘Ik werd omringd door allerlei figuren die aldoor met creatieve ideeën kwamen. Ik dacht: waar halen ze het vandaan? Toen ben ik maar bedrijfseconomie gaan studeren.’
Schipper raakt meer geïnteresseerd in lezen en boeken door bezoeken aan de Slegte in Zwolle. ‘In die tijd las ik nog thrillers, zoals van Henning Mankell. Gaandeweg schoof ik op naar literatuur. Ik las De renner van Tim Krabbé. Dat is een wielerklassieker en vind ik een schitterend boek. Na het lezen van dat boek wil je direct op de fiets klimmen.’ Schipper begint meer te lezen en verzamelen. ‘Ik wil boeken hebben en koop ze altijd tweedehands. Ik gebruik boekenleggers, maak geen oortjes en schrijf er niet in.’
Favorieten
‘De Vlaamse schrijver Tom Lanoye is een absolute favoriet. Die zag ik voor het eerst liggen op een boekenmarkt. Sprakeloos is een fantastisch boek. Dat heb ik wel vier keer gelezen. Het gaat over zijn moeder die haar spraak verliest. De aftakeling van de moeder, de worsteling, maar ook het leven in een klein Vlaams dorpje. Ik koop dat boek keer op keer en geef het weg aan vrienden, familie, collega’s of kennissen.’
Schipper heeft veel werk van Vlaamse schrijvers: Louis Paul Boon, Hugo Claus, Jeroen Olyslaegers en Dimitri Verhulst. ‘De laatkomer van Verhulst is een heel komisch boek over een oude man die doet alsof hij dement is. De openingszin is geniaal: hoewel volkomen opzettelijk, is het zeer tegen mijn zin dat ik iedere nacht in mijn bed schijt.’
Schipper roemt Willem Elsschot om zijn heldere stijl (‘geen woord te veel’), Ilja Leonard Pfeiffer om zijn grootse zinnen, en geniet van de leeservaring bij Max, Mischa & het Tet-offensief van Johan Harstad. Schipper beleeft een boek, lacht soms hardop, maar kan ook een boek wegleggen. ‘Bij Het smelt van Lize Spit waren er gruwelijk smerige passages. Dat is het eerste boek waarvan ik echt misselijk werd.’
Op de tafel ligt Willem Wilmink. ‘Zijn eenvoudige stijl spreekt me aan. Het oogt zo simpel. Maar dat is het niet. Mijn favoriete gedicht is Ben Ali Libi over de in de Tweede Wereldoorlog vermoorde Joodse goochelaar. Een ander mooi gedicht gaat over een boer uit Twente genaamd Mensink.’ Schipper slaat het verzamelde werk van Wilmink open, zoekt naar het gedicht en laat het me lezen. ‘Een ode aan boer Mensink die in de Tweede Wereldoorlog vasthield aan de lagere vooroorlogse prijzen.’
Sinds De renner van Krabbé blijven sportboeken trekken. ‘De wielerverhalen van Frank Heijnen zijn briljant. Het kan gaan om een of andere renner uit de jaren ’20 van de vorige eeuw. Het zijn trieste én mooie verhalen.’
Boekwinkeltje
Schipper toont de Hebban Boekenapp op zijn mobiel. ‘Hier vind je een lezerscommunity waar je ervaringen kunt uitwisselingen. Je kunt bijvoorbeeld bijhouden welke boeken in je bezit zijn en welke je gelezen hebt. Ik wil 80 boeken lezen dit jaar en ben mooi op weg: ik zit op 54.’
Sinds enkele jaren handelt Schipper in boeken. Dat doet hij via social media (de boekonthouder) en de website van boekwinkeltjes. In zijn werkkamer, gevuld met boekenkasten en dozen met exemplaren voor de verkoop, laat hij zijn systeem van in- en verkoop zien. ‘Ik heb het ideale systeem nog niet gevonden, maar verkoop toch vijf of zes boeken per week. Maar eigenlijk valt er geen pijl op te trekken, want deze week kocht iemand opeens 11 boeken.’ De inkoop zoekt hij in kringloopwinkels en mensen weten hem steeds vaker te vinden. ‘Er zitten soms pareltjes bij. Zo kreeg ik ooit een uitgave van Het verdriet van België van Hugo Claus met allerlei krantenknipsels van interviews met Claus.’ Overigens koop ik ook weleens boeken om een bepaalde titel of omslag. Puur uit interesse en nieuwsgierigheid.’
Soms zet Schipper voor zijn huis op straat een doos met boeken voor zijn buurtbewoners. Niet iedereen begrijp dat concept. ‘Er belde iemand aan en vroeg wat hier de bedoeling van was. Ik legde uit dat ze vrij was om een boek mee te nemen, gratis en voor niets. Toch mooi om op deze manier mensen aan het lezen te krijgen.’