Op vijf minuten lopen van Apeldoorn Centraal bevindt zich in een rustige woonwijk al meer dan 30 jaar een boekenwinkel met ongeveer 60000 boeken. Het kleine pand ademt boeken, letterlijk en figuurlijk. Overal boeken: tegen de muur tot aan het plafond, op de grond, op de toonbank, in dozen. Eigenaar Dick Kervel van De Tweede Lezer vertelt over het ontstaan van de naam. ‘Ik zat met mijn vader bij de HEMA. Toen verzon ik de naam, omdat ik het een passende naam vond voor een winkel met gebruikte boeken. Van mijn studerende kinderen leerde ik later dat het nog een betekenis heeft: het meelezen door een andere docent op je werk.’
Boekwinkel in Apeldoorn
Kervel doceert enkele jaren op een middelbare school in Zeeland. ‘Op de middelbare school wordt het lezen van boeken vaak als verplichting ervaren. Ik heb geprobeerd om dat te veranderen. Ik denk dat er in Zeeland wel vijftigers zijn die door mij enthousiast zijn gemaakt om te gaan lezen. Uit eigen ervaring weet ik hoe belangrijk bepaalde docenten kunnen zijn. Zelf raakte ik geïnspireerd door Henk van der Ent die Nederlands gaf. Een ongelooflijk goede leraar. Hij kwam regelmatig in de winkel.’
Kervel stopt de opleiding als onderwijzer en gaat naar de bibliotheekacademie in Den Haag en Amsterdam. ‘Kort daarna startte die ook in Deventer en Sittard. Ik vond de sfeer op de hbo en universiteit niet leuk. Daar werd je een beetje als een biebhulp gebruikt. Daarom koos ik na deze opleiding tot mediathecaris voor het mbo. Waar het mij om ging was om boeken bij mensen te krijgen die het lezen niet met de paplepel binnenkregen.’
Hij begint in 1987 met zijn broer een boekenwinkel in Apeldoorn. ‘Ik woonde destijds in Zeeland, maar wilde terug naar mijn geboortestad. Ik heb dit pand eerst gehuurd. Al snel kon ik het kopen. In de beginjaren hadden we veel vaste klanten. Die kwamen uit het hele land. Dat is de laatste jaren toch minder geworden. Op dit moment is het onregelmatiger.’
De Tweede Lezer begon na enkele jaren ook een stripboekenwinkel. ‘Dat liep in die beginjaren uitermate goed. Vanaf 2010 is dat minder geworden. We kopen geen stripboeken meer in. Het is nu afbouwen. We hebben nog ongeveer 4500 ‘nieuwe strips’ in bezit.’
Kervel ziet de boekenmarkt veranderen, onder andere door de opkomst van het internet. ‘Ik ben pas sinds enkele jaren actief op internet. Ik zei daar eerst pertinent nee tegen. Maar op een gegeven moment moet je toch mee.’ Hij is niet ontevreden met de virtuele boekenverkoop. ‘Het loopt aardig en af en toe krijg je per mail positieve reacties van klanten die blij zijn met hun aankoop.’
Kervel heeft het idee dat mensen de laatste jaren boeken minder koesteren. ‘Mensen zijn boeken gaan verstoppen. Eerst van de woonkamer naar een bijkamer, dan in dozen naar zolder. Uit het zicht is vaak het einde van de verzameling. En om de zes jaar moet het interieur van de kamer anders. Daar passen al die boeken ook niet meer bij.’
Kervel is het rustiger aan gaan doen. ‘Ik was in de beginjaren alleen maar met mijn winkel bezig. We waren vijf dagen per week open, maar ik werkte iedere dag in de winkel. Ik heb zelf alle kasten gemaakt. Ik vond vakantie maar zonde van de tijd.’ Hij heeft nooit de behoefte gehad om plekken te bezoeken die voorkwamen in boeken. ‘Ik vegeteer op de boekbelevenis- daar hoef ik niet zo nodig voor op reis. Of het een verslaving was? Misschien wel. Op een gegeven moment werkte ik zoveel dat tijdens het bloed geven als donor bleek dat ik bloedarmoede had. Ik sliep en at te weinig.’
Tegenwoordig is de winkel van donderdag tot en met zaterdag open op gezette tijden. Zijn oudste zoon loopt ook rond in de winkel. ‘Hij zal het niet gaan overnemen, maar in stand houden op de een of andere manier. Mijn andere zoon leest overigens ook veel, voornamelijk via internet, maar heeft minder boeken in bezit. Als er in zijn appartement 40 boeken staan dan is dat veel.’
Zoektocht
Terwijl ik me vergaap aan de eindeloze stroom boeken betreedt Kervel een trapladder opzoek naar Cervantes. ‘Ja, hier ik heb hem.’ Ik schrik me een ongeluk als er een voorwerp naar beneden valt. ‘Oh, sorry. Het is maar een stuk karton. Die gebruik ik tegen het licht dat door het plafondraam komt. Anders verkleuren de boeken zo.’
Kervel neemt zijn vak serieus en op mijn vraag of hij De zaak 40/61 van Harry Mulisch bezit verdwijnt hij naar een afgeschermd kamertje met nog eens tientallen dozen. ‘Hier heb ik twee dozen vol met Mulisch. Hij zit er vast tussen.’ Helaas: hij blijkt veel van Mulisch te hebben, maar deze niet.
Waarom zijn boeken zo belangrijk voor Kervel? ‘Je loopt met de schrijver mee. Duikt in een tijd waarvan je geen onderdeel uitmaakt. De persoonlijke verhalen van schrijvers, bijvoorbeeld in Privé-domein van De Arbeiderspers spreken me aan. Ik ben zelf altijd geïnteresseerd geweest in geschiedenis en literatuur. Biografieën lees ik ook graag, omdat ze een tijdsbeeld tot leven wekken. De laatste jaren lees ik minder over heftige zaken zoals de Holocaust. Dat trek ik niet meer.‘
De telefoon begint te rinkelen. Kervel zet zijn kop thee neer en neemt de telefoon op. ‘Of we ook Arabische boeken hebben? Nee, behalve de Koran misschien, dan moet je in een grotere stad zijn. Of misschien naar Deventer?’
Kervel komt terug en berekent de prijs van mijn vangst: 13 boeken voor 45 euro. Ik denk: hoe kan dit zo goedkoop zijn? Uit protest tegen de bodemprijzen maak ik 50 euro over. Bij het afrekenen becommentarieert Kervel sommige van mijn boeken. ‘Kijk eens aan, dit is een oud exemplaar. De prijs staat er nog in guldens in. Dat betekent dat hij hier al 20 jaar staat.’ Ik vraag hem of het geldbedrag op zijn rekening staat. ‘Hey, je hebt 50 euro overgemaakt. Dat betekent dat je nog een boek mag uitzoeken.’ Tegenstribbelend geef ik toe en pak Verwoest Arcadië van Gerrit Komrij. Ik verlaat de winkel en loop met een zware tas terug naar het station. In de trein lees ik een mail van Kervel: ‘Dat was mooi. Bedankt. Dick.’
Wat een mooi artikel!
Ik hoop dat (ook boek-)winkels weer snel open mogen, zodat ik hier eens een kijkje kan nemen. Ongetwijfeld kom ik er boeken van mijn verlanglijst tegen.